EIEIEI
performance
2012

A Dadaist approach to phonology, linking sounds with objects. A live voice accompanies a video in what initially appears to be a language-teaching drill for phonetic symbols in the form of household objects. After a while, associative narrative lines emerge, reminiscent of concrete poetry.

U.E: “The performance is like a condensed, Dadaist version of The Language of Things. It sounds like eight minutes of Dadaist utterings of strange sounds – grr, ei, au, oh, tsch. But in fact it’s like a language class, with different logical pairings of sounds and objects.”

VOICE
Michael Blass

DURATION
8'

VENUES

28.1.18
Gemeentemusem Den Haag

8.12.15
L'Adresse, Toulouse

21.3.13
NASA, Amsterdam, Spring Rites

17.4.12
Ellen de Bruijne Projects, Amsterdam

4.eieiei%202012

Performance version, New Art Space Amsterdam 2013
During Spring Rites
Photo by Julia Geerlings

Julia Geerlings voor Metropolis M digital april 2013

“De daaropvolgende en beste performance van de avond was van Uta Eisenreich Ei ei ei uitgevoerd door Michael Blass. Deze performance ging verder op het thema taal. Blass maakte geluiden die reageren op afbeeldingen die achtereenvolgens geprojecteerd werden. Zo reageerde hij op een afbeelding van een ei met ‘ei’, een taartpunt met ‘mmm’, een beeldje van een poesje met ‘aaah’ en met een cactus met ‘auw’. De afbeeldingen werden op rap tempo achter elkaar geprojecteerd en herhaald, waardoor je de afbeeldingen niet meer los van de geluiden kon zien. Een fraai en vermakelijk voorbeeld hoe taal gevormd wordt.”

Maaike Lauwaert for Tubelight, may 2012

“Tijdens de opening van de tentoonstelling vond er een performance plaats die al deze werken als het ware samenbracht. Naast een groot projectiescherm zit de man met de stem (hij heet Michael Blass blijkt later) die klanken produceert. Op het scherm zien we in afwisselende ritmes en volgordes de protagonisten uit de stillevens in zwart-wit voorbij komen. Aha: de klanken van het geluidswerk horen bij de voorwerpen op de foto’s; een lekke bal klinkt als psssst. De man leest als het ware de voorwerpen. De performance bouwt rustig op, de man zegt de klank die bij het getoonde voorwerp hoort vier keer achter elkaar. Het porseleinen katje klinkt als aah, aah, aah, aah (het geluid dat we maken als we iets schattig of lief vinden). De speelkaart met een pin-up erop leidt tot ooh, ooh, ooh, ooh. Het omgestoten koffiekopje is hey! hey! hey! hey! Gaandeweg wordt het spel tussen beeld en geluid complexer. De beelden wisselen elkaar sneller af en de man moet vaker tussen klanken switchen: fietspomp: pffff, wekker: prrrr, vlieg: zzzz, regenworm: iiieeeuw, sleutel die wordt teruggevonden onder De witte raaf: ah! Hij heeft elk geluid zodanig onder controle dat het tempo en het snelle schakelen hem niets lijken te doen. En ook hier denk je soms dat er een verhaal wordt verteld, zoek je de logica achter deze volgorde van beelden en klanken. Het houten locomotiefje wordt vast niet voor niets gevolgd door een wolk van witte, pluizige wol. Alsof zijn rookpluim is gaan liggen om even uit te rusten. Het beeld-klankspel doet onmiddellijk denken aan het werk van de Franse taalwetenschapper Ferdinand de Saussure (1857-1913). Hij was de grondlegger van onze huidige taalkunde, de vader van de semiotiek en de eerste die diepgaand onderzocht hoe taal ons begrip van en onze grip op de wereld vormgeeft. Zijn werk kan in dit korte bestek geen recht worden gedaan, maar er zijn twee belangrijke grondslagen van zijn denken die relevant zijn voor het werk van Eisenreich (ze citeert hem niet voor niets op de website van Ellen de Bruijne PROJECTS). Het eerste is de tweedeling die De Saussure maakt tussen signifiant en signifié. De signifiant is het concrete teken zelf, het (gesproken of geschreven) woord (‘appel’ bijvoorbeeld) of een afbeelding daarvan. De signifié is het mentale concept waarnaar dat concrete teken verwijst: dat kan een stuk fruit zijn, het logo van Apple, de stad New York of de appel van de zondeval. Dat een teken naar een bepaald ding of concept verwijst is een afspraak en dus arbitrair, volgens De Saussure. Het tweede is het onderscheid dat De Saussure maakt tussen langue en parole. Langue staat voor de geschreven structuur van woorden en tekens (en die tekens bestaan dus uit zowel een fysieke betekenaar als een mentale betekenis) en parole voor gesproken taaluitingen.”