TIME AFTER.. SOMETIMES
exhibition
2012

Ellen de Bruijne Projects, Amsterdam
17.04.12 – 19.05.12

Photographs with Dolby surround sound, 3 video works, 2 posters

A series of still lives which are readable as text generated by the language system devised in The Language of Things. In the accompanying sound installation, a voice attempted to pronounce the texts shown in the photographs.

U.E: “In still lives of the 17th century, objects have allegorical meaning. Still lives are coded – they’re actually about things like vanity, ephemerality, seduction, the body of Christ… Ask an art historian and it’s like a detective novel, you need to decode it. My still lives in the show Time after Sometimes are to be deciphered literally as linear text. I made use of what I learned from hieroglyphs, for example that signs may be arranged in a composition that is pleasing to the eye, not necessarily in a linear structure. In The Language of Things this system was presented using familiar text: the lyrics of Shout! by Tears For Fears; in this exhibition the text to decipher came from Time after Time by Cyndi Lauper. Both are familiar pop songs that have hymn-like quality. A voice in Dolbysurround sound led you around the room, attempting to read out the texts written in the still lives. In each case it was the unedited version of the voice over, trying over and over again to pronounce the sentence correctly.”

REVIEWS

Maaike Lauwaert for Tubelight

Bij het zien van het werk van Uta Eisenreich (1971) vraag ik me altijd af hoe zij de wereld ziet. Het kan niet anders of zij ziet de dingen, dagelijkse gebruiksvoorwerpen, kleuren en composities, anders dan wij dat doen. Als het waar is (en ik denk van wel), dat alle goede kunst ons de wereld toont zoals we haar nog niet kenden, dan geldt dat zeker voor het werk van Eisenreich. De wereld die zij ons toont voelt intuïtief aan als logisch, kloppend, ordelijk en toch begrijp je haar universum niet altijd meteen. Naar haar werk kijken betekent dan ook constant puzzelen in verwoedde pogingen te begrijpen. Alsof de sleutel tot het ontrafelen heel dicht binnen handbereik is (warm, warmer, heet) ga je het werk te lijf als een rebus, een “zoek de tien verschillen”-spelletje of zelfs als een psychologische test waarbij je snel moet zeggen wat er veranderd is in een beeld (koud, kouder, ijskoud). Het zou te simpel zijn te denken dat het begrijpen van haar werk enkel in dat puzzelen lag. Eisenreich speelt semiotiek op Olympisch niveau. Eisenreich is misschien wel het meest bekend om haar foto’s van vanitasachtige composities met generieke voorwerpen, welhaast universele afbeeldingen van Het Ei, De Lepel, De Bal. Bij Ellen de Bruijne PROJECTS in Amsterdam toont ze een serie nieuwe composities onder de titel Time after sometimes. De foto’s zijn stillevens van een perfect stuk chocoladetaart, een opgekrulde en dan weer uitgestrekte regenworm, een cracker en koffielepeltje tegen helle achtergrondkleuren en vaak geschikt op een formica tafel. De compilaties bevatten niet alleen direct herkenbare gebruiksvoorwerpen, maar ook bevreemdende voorwerpen zoals een stuk been en een soort doodle van klei met punaises als oogjes. Kleine verschillen tussen twee foto’s en verwarring over de grootte van het tableau, geven de foto’s een zeker trompe-l’oeilgehalte. Het werk is strak, niets wordt aan het toeval overgelaten, maar het is zeker niet koud of afstandelijk. Eisenreich toont ook twee posters, twee videowerken en een geluidswerk. Dat laatste bestaat uit een mannenstem die op vrij monotone, neutrale wijze klanken en geluiden uitspreekt.

...Het complexe spel tussen betekenaar, betekenis, geschreven en gesproken taal wordt op de spits gedreven in de posters die Eisenreich samen met Julia Born (1975) voor deze tentoonstelling maakte. Het zijn een soort “A is een Aapje”-posters voor gevorderden. Onder de afbeelding van de chocoladetaart (de signifiant of betekenaar) staat bijvoorbeeld het woord minute (de signifié of betekenis) wat verwijst naar hoe snel je de taart zou willen opeten (tenminste, als dat het concept is dat het teken taart bij jou oproept). De “m” is rood want staat voor de mmmh-klank die bij een lekker stuk taart hoort (parole of gesproken taal). Wat Eisenreich als geen ander weet te doen en waardoor ze de wereld toont zoals we haar nog niet kenden, is het arbitraire en hoogstpersoonlijke van tekensystemen vertalen op een visueel aantrekkelijke – vreemd genoeg ook tactiele – en vaak grappige, speelse en absurde manier. Dit is hoe zij de wereld ziet, ordent en betekenis geeft. Waarom de regenworm, de bril en de fietspomp samen met een ei en driehoek op de foto staan? Het blijft een raadsel. Maar wel een productief raadsel dat energie losmaakt doordat je blijft zoeken naar oplossingen, verklaringen en manieren om te begrijpen.

Aanstekelijke semiotiek, Hans den Hartog Jager
NRC HANDELSBLAD
19.04.12

De foto’s en video’s van Uta Eisenreich lijken op het eerste gezicht wel raadselkunst voor gevorderden. Sterker nog: wie Ellen de Bruijne Projects binnen loopt, kost het aanvankelijk de nodige moeite om te beseffen dat Eisenreichs werk over taal, beeld en interpretatie gaat. Aan de wand hangen vooral inktjetprints met daarop de meest merkwaardige collages: een ei met een worm ernaast (en dat twee keer, waarbij de worm net anders ligt) of een stilleven met een lucifersdoosje, een ei, een stuk chocoladetaart en een metronoom. Het lijkt nergens op te slaan, maar desondanks gaat er een vreemde esthetische bevrediging van uit. Des te opmerkelijker dus, dat er wel een “systeem” achter deze collages zit. Sinds enkele jaren werkt Eisenreich aan een eigen taal, die niet is opgebouwd uit letters, maar uit tekens – Eisenreich zegt zich mede op het idee van hiëroglyfen te baseren. Daarbij staat elk onderdeel van haar collages voor een klank of een woord. Eisenreichs “taalsysteem” is namelijk vooral gebaseerd op associaties die behoorlijk subjectief zijn, maar ook weer niet helemaal. Zo betekent een lucifersdoosje met een losse lucifer erop “ts” – het geluid van een lucifer als je ’m aansteekt. Een ei is “I” (ik), maar soms ook “ei” (als “ei”). Een stenen poesje staat voor “aaahhhh” (klank van vertedering) en een worm voor “ieuw!” (kreet van afschuw). Die combinatie van dubbelzinnigheid en dagelijksheid maakt Eisenreichs systeem humoristisch – als toeschouwer besef je dat het onzin is, maar toch werd ik verleid de klank en betekenis van een lekke voetbal, een scheerkwast, een theelepeltje en een stuk knäckebröd te interpreteren.